8. meent dat de belangen en waarden van de EU, waartoe ook gendergelijkheid behoort, in overweging moeten worden genomen bij de besluitvorming op internationaal niveau in het kader van de agenda voor geschikt werk, de toepassing van de grondrechten en internationale conventies, vooral die betreffende het werk van vrouwen, betreffende moeders en kinderen, maar ook betreffende onderwijs;
8. ist der Ansicht, dass die Interessen und Werte der EU, darunter auch die Gleichstellung der Geschlechter, zur Beeinflussung von Entscheidungen auf internationaler Ebene beitragen sollten, und zwar im Rahmen der Agenda für angemessene Arbeit, der Anwendung der Grundrechte und internationalen Konventionen, insbesondere derjenigen über die Arbeit von Frauen, Müttern und Kindern, jedoch auch Bildung;