14. verzoekt de Unie met klem om in het kader van haar onderhandelingen met derde landen ook de noodzaak naar v
oren te brengen van grotere medewerking van de zijde van die landen op immigratiegebied, en de derde landen waarmee de samenwerking onvoldoende – of zelfs non-existent – is, a
an te sporen al het mogelijke te doen om het werk van het Agentschap mogelijk te maken, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat zij met hun diensten doeltreffender sam
...[+++]enwerken op het gebied van preventie;
14. fordert die Union auf, bei ihren Verhandlungen mit Drittstaaten der Notwendigkeit Rechnung zu tragen, die Zusammenarbeit seitens der Drittländer auf dem Gebiet der Einwanderung zu verstärken, und diejenigen Drittstaaten, deren Zusammenarbeit unzureichend oder nicht vorhanden ist, zu drängen, die größtmöglichen Anstrengungen zu unternehmen, um der Agentur die Arbeit zu erleichtern, insbesondere indem sie eine wirksamere Zusammenarbeit ihrer Dienststellen auf dem Gebiet der Prävention gewährleisten;