38. wijst erop dat in het VOB 2004 aan de agentschappen 212 miljoen EUR onder rubriek 3 is toegewezen, dit als gevolg van de aanzienlijke stijging voor de pas opgerichte agentschappen na de goedkeuring van hun respectieve rechtsgrond
, de oprichting van twee nieuwe agentschappen en ten slotte de behoeften voor alle agentschappen met het oog op de uitbreiding; is van oordeel dat, met name in de context van de toenemende decentralisatie van de EU-activiteiten, de discipline
...[+++]die aan de instellingen wordt opgelegd, ook voor de agentschappen moet gelden; wijst erop dat, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring die in het kader van de herziening van de oprichtingsbepalingen van de agentschappen werd overeengekomen, de bevoegde organen moeten proberen de kwestie van de definitieve vestigingsplaats van de agentschappen zo spoedig mogelijk te regelen; 38. stellt fest, dass der im HVE 2004 für die Agenturen bereitgestellte Mittelumfang 212 Millionen EUR in Rubrik 3 ausmacht, was auf die erhebliche Anhebung der Mittel für die neu geschaffenen Agenturen nach Annahme ihrer jeweiligen Rechtsgrundlage,
die Einrichtung von zwei neuen Agenturen und schließlich auf den erweiterungsbedingten Bedarf für sie alle zurückzuführen ist; ist der Auffassung, dass insbesondere angesichts der zunehmenden Tendenz zur Dezentralisierung der EU-Tätigkeiten die strikten Bedingungen, die für die Institutionen gelten, auch bei den Agenturen Anwendung finden sollten; weist darauf hin, dass gemäß der im Kontext
...[+++] der Revision der Gründungsverordnungen der Agenturen vereinbarten gemeinsamen Erklärung die zuständigen Gremien möglichst rasch die Regelung der Frage des endgültigen Standorts der Agenturen in Angriff nehmen sollten;