De eerstgenoemde isotoop geeft slechts één alfadeeltje af bij het vervallen, de tweede heeft een vervalketen van vier alfadeeltjes en kan veel doeltreffender zijn, wanneer tenminste zijn volledige potentieel kan worden benut.
Während das erst genannte Isotop bei seinem Zerfall nur ein Alpha-Teilchen emittiert, hat Letzteres eine Zerfallskette mit 4 Alpha-Teilchen und könnte viel effizienter sein, zumindest wenn sein Potenzial voll genutzt werden kann.