In een eerste middel wordt de schending aangevoerd van de artikelen 10, 11, 12 en 23 van de Grondwet, en van artikel 43 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap (oud artikel 52 van het E.G.-Verdrag)
, het evenredigheidsbeginsel, het beginsel van vrijheid van handel
en nijverheid, het algemene beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, het verbod van machtsmisbru
ik en de beginselen inzake eerbiediging van he ...[+++]t privé-leven.
Im ersten Klagegrund wird der Verstoss gegen die Artikel 10, 11, 12 und 23 der Verfassung und gegen Artikel 43 des Vertrags vom 25. März 1957 zur Gründung der Europäischen Gemeinschaft (früherer Artikel 52 des EG-Vertrags), gegen den Verhältnismässigkeitsgrundsatz, gegen den Grundsatz der Industrie- und Handelsfreiheit, gegen den allgemeinen Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung, gegen das Verbot des Machtmissbrauchs und gegen die Grundsätze bezüglich der Achtung des Privatlebens angeführt.