5. is van mening dat de verwijzing naar fraudepraktijken in de algemene levensmiddelenwet niet toereikend is en fraude buiten beschouwing laat die geen gevaar oplevert voor de voedselveiligheid of de volksgezondheid; verzoekt de Commissie met een definitie van fraude te komen waaronder ook financieel gewin en de intentie tot het plegen van fraude vallen;
5. ist der Auffassung, dass der Verweis auf betrügerische Praktiken im Allgemeinen Lebensmittelrecht unzureichend ist und Betrugsformen nicht berücksichtigt, die kein Risiko für die Lebensmittelsicherheit oder die öffentliche Gesundheit darstellen; fordert die Kommission auf, eine Definition von Betrug vorzunehmen, die finanzielle Gewinne und die Absicht einer betrügerischen Praxis einschließt;