16. wijst ero
p dat de ACTA zowel algemene (bv. artikel 4 en artikel 6 van de inleidende bepalingen) en specifieke (bv. artikel 27, lid 3 en lid 4) bepalingen met betrekking tot grondrechten en evenredigheid bevat; benadrukt in dit verband evenwel dat artikel 4
slechts betrekking heeft op de openbaarmaking van persoonsgegevens door partijen en dat de in artikel 27, lid 3 en lid 4, opgen
omen bepalingen als standaard- en minimumwaarborge ...[+++]n moeten worden beschouwd; benadrukt dat privacy en vrijheid van meningsuiting geen eenvoudige beginselen zijn, zoals in de ACTA wordt vermeld, maar als grondrechten zijn erkend onder meer bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het EVRM, het Handvest en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; 16. stellt fest, dass das ACTA Vorschriften zu Grundrechten und Verhältnismäßigkeit sowohl allgemein (z. B. Artikel 4 und Artikel 6, Präambel) als auch spezifisch (z. B. Artikel 27 Absätze 3 und 4); enthält; weist in diesem Zusammenhang allerdings darauf hin, dass Artikel 4 nur die Offenlegung personenbezogener Daten durch Staaten betrifft und dass die Bezugnahmen in Artikel 27
Absätze 3 und 4 als Standard- und Mindestgarantien betrachtet werden sollten; betont, dass Privatsphäre und freie Meinungsäußerung nicht einfache Grundsätze sind, wie es im ACTA heißt, sondern als Grundrechte unter anderem durch den Internationalen Pakt über bü
...[+++]rgerliche und politische Rechte, die EMRK, die Charta und die Allgemeine Erklärung der Menschenrechte anerkannt sind;