26. stelt niettemin vast dat er nog steeds onzekerheid bestaat over de methode van berekening van de betreffende kosten en over het feit dat het arrest voorbijgaat aan andere openbare procedures die ook transparant en niet-discriminerend zijn; verzoekt de Commissie geen gebruik te maken van artikel 86, lid 3 van het EG-Verdrag om te waarborgen dat de op te stellen richtlijn compatibel is met artikel 86, lid 2 van het EG-Verdrag; geeft de voorkeur aan een regeling op proef zodat daarna in een medebeslissingsprocedure de algemene validatievoorwaarden kunnen worden geformuleerd;
26. konstatiert jedoch die anhaltenden Unsicherheiten im Zusammenhang mit dem Problem des Verfahrens zur Berechnung der einschlägigen Kosten und mit dem Umstand, dass andere transparente und nichtdiskriminierende öffentliche Verfahren in dem Urteil nicht erwähnt werden; fordert die Kommission auf, für die Ausarbeitung einer Richtlinie nicht auf Artikel 86 Absatz 3 des EG-Vertrags zurückzugreifen, um eine Übereinstimmung mit Artikel 86 Absatz 2 des EG-Vertrags zu gewährleisten; bevorzugt eine einstweilige Befreiungsentscheidung, damit anschließend in einem Mitentsche
idungsverfahren die allgemeinen Validierungsbedingungen festgelegt werd
...[+++]en können;