De lidstaten zorgen ervoor dat indien niet aan de in de eerste alinea bedoelde voorwaarden is voldaan de afwikkelingsautoriteiten een van de in artikel 37, lid 3, onder a), b) of c), bedoelde afwikkelingsinstrumenten en het in lid 2, onder b), van dit artikel bedoelde instrument van bail-in kunnen toepassen .
Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass die Abwicklungsbehörden eines der in Artikel 37 Absatz 3 Buchstaben a, b und c genannten Abwicklungsinstrumente und das Bail-in-Instrument gemäß Absatz 2 Buchstabe b anwenden können, sofern in Unterabsatz 1 genannten Bedingungen nicht erfüllt sind .