Het eerste middel is, zoals de andere twee middelen, afgeleid uit de schending « van de artikelen 10, 11 en 11bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 13 van het EG-Verdrag, de richtlijn 2004/113/EG van de Raad van 13 december 2004 houdende toepassing van het beginsel van geli
jke behandeling van mannen en vrouwen bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, de artikelen 20, 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikel 14 van het Europees Verdrag voo
r de rechten van de mens, artikel 26 van het ...[+++] Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen ».Der erste Klagegrund ist - wie die zwei anderen Klagegründe - aus einem Verstoss gegen « die Artikel 10, 11 und 11bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 13 des EG-Vertrags, der Richtlinie 2004/113/EG des Rates vom 13. Dezember 2004 zur Verwirklichung des Grundsatzes der Gleichbehandlung von Männern und Frauen beim Zugang zu und bei der Versorgung mit Gütern und Dienstleistungen, den Artikeln 20, 21 und 23 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, Artikel 26 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte sowie dem internationalen Ubereinkommen zur B
eseitigung jeder Form von Diskriminierun ...[+++]g der Frau » abgeleitet.