1. In afwijking van artikel 5, lid 1, wordt bij geldovermakingen waarbij zowel de betalingsdienstaanbieder van de betaler als de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde in de Gemeenschap is gevestigd, alleen het rekeningnummer van de betaler gevoegd of een unieke identificatiecode aan de hand waarvan de transactie terug kan worden getraceerd naar de betaler.
(1) Abweichend von Artikel 5 Absatz 1 müssen bei Geldtransfers, bei denen sowohl der Zahlungsverkehrsdienstleister des Auftraggebers als auch der Zahlungsverkehrsdienstleister des Begünstigten ihren Sitz in der Gemeinschaft haben, nur die Kontonummer des Auftraggebers oder eine kundenbezogene Identifikationsnummer, die eine Rückverfolgung der Transaktion bis zum Auftraggeber ermöglicht, übermittelt werden.