16. wijst erop dat ontwikkelingssamenwerking met de Centraal-Aziatische landen alleen tot resultaat kan leiden wanneer deze landen de internationale normen inzake democratie, bestuur, de rechtsstaat en mensenrechten in acht nemen; benadrukt tevens dat de ontwikkelingssamenwerking van de Unie niet ondergeschikt moet worden gemaakt aan economische, energie- of veiligheidsbelangen;
16. weist darauf hin, dass die Entwicklungszusammenarbeit mit den zentralasiatischen Ländern nur zu Ergebnissen führen kann, wenn diese Länder die internationalen Standards der Demokratie, der Regierungsführung, der Rechtsstaatlichkeit und der Menschenrechte einhalten; betont ebenso, dass die Entwicklungszusammenarbeit der Union nicht Wirtschafts-, Energie- oder Sicherheitsinteressen untergeordnet werden darf;