Overwegende dat in artikel 5, lid 1, onder e), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat
, indien het areaal waarvoor de specifieke compensatiebedragen voor oliehoudende zaden gelden, na toepassing van artikel 2, lid 6, het gegarandeerde maximumareaal overschrijdt, de definitieve regionale referentiebedragen moeten worden verlaagd; dat in artikel 5, lid 1, onder f), van Verordening (EEG) nr. 1765/92 is bepaald dat de definitieve regionale referentiebedragen worden verlaagd met 1 % per procentpunt waarmee het gegarandeerde maximumareaal is overschreden; dat de verlaging van de definitieve regionale
referentiebedragen ...[+++]alleen wordt toegepast in de lidstaten die hun nationaal referentieareaal, verminderd met 10 %, hebben overschreden; dat het gewogen gemiddelde van de in deze lidstaten toegepaste verlaging gelijk moet zijn aan de vereiste vermindering van het gegarandeerde maximumareaal; dat de in de lidstaten toegepaste verlagingen evenredig moeten zijn met hun aandeel in de totale overschrijding van het gegarandeerde maximumareaal; Nach Artikel 5 Absatz 1 Buchstabe e) der Verordnung (EWG) Nr. 1765/92 ist der endgültige regionale Referenzbetrag zu verringern, wenn die ausgleichsberechtigte Ölsaatenfläche nach Anwendung von Artikel 2 Absatz 6 derselben Verordnung die garantierte Hoechstfläche überschreitet. Nach Artikel 5 Absatz 1 Buchstabe f) der Verordnung (EWG) Nr. 1765/92 wird dieser Betrag um 1 % je Prozentpunkt verringert, um den die garantierte Hoechstfläche überschritten wird. Dieser Be
trag ist nur in den Mitgliedstaaten zu verringern, in denen die um 10 % reduzierte einzelstaatliche Referenzfläche überschritten wurde. Der gewogene Durchschnitt der bei diesen
...[+++] Mitgliedstaaten vorzunehmenden Verringerungen muß jedoch der Verringerung entsprechen, die bei der garantierten Hoechstfläche insgesamt vorzunehmen ist.