Krachtens artikel 99 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof komt alleen met de afstand, aanvaard of toegelaten door het rechtscollege dat de prejudiciële vraag heeft gesteld, een einde aan de rechtspleging voor het Hof, wanneer aan dat laatste een prejudiciële vraag is gesteld.
Aufgrund von Artikel 99 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof wird nur mit einer vom Rechtsprechungsorgan, das die Vorabentscheidungsfrage gestellt hat, angenommenen oder gestatteten Rücknahme das Verfahren vor dem Gerichtshof beendet, wenn dieser mit einer Vorabentscheidungsfrage befasst wurde.