I. overwegende dat alle dissidenten die sinds maart 2007 zijn gearresteerd vastzitten op beschuldiging van overtreding van de wetgeving inzake de "nationale veiligheid", van "propaganda tegen de Socialistische Republiek Vietnam" (artikel 88 van het Wetboek van strafrecht) of van poging tot het "omverwerpen van de regering" (artikel 79); overwegende dat de beschuldigingen op grond van "inbreuk op de nationale veiligheid" onverenigbaar met internationaal recht zijn geacht door de Mensenrechtencommissie van de VN, de Speciaal Rapporteur voor religieuze intolerantie en de Werkgroep willekeurige detentie, die allen hebben opgeroepen tot het intrekken of wijzigen van deze beschuldigingen;
I. in der Erwägung, dass alle seit März 2007 erfolgten Festnahmen von Dissidenten mit Verstößen gegen die Rechtsvorschriften zur "nationalen Sicherheit", z.B". Propaganda gegen die Sozialistische Republik Vietnam" (Artikel 88 des Strafgesetzbuchs) oder versuchter "Stürzung der Regierung" (Artikel 79) begründet wurden, dass diese Beschuldigungen wegen der Gefährdung der "nationalen Sicherheit" nach Auffassung der Menschenrechtskommission der Vereinten Nationen, des Sonderberichterstatters für religiöse Intoleranz und der Arbeitsgruppe für willkürliche Inhaftierung, die alle ihre Aufhebung oder Überprüfung gefordert haben, nicht mit dem Völkerrecht vereinbar sind,