Lidstaten die verlangen dat in een andere lidstaat ingeschreven voertuigen een onderscheidingsteken van de lidstaat van inschrijving dragen als zij aan het verkeer op hun grondgebied deelnemen, erkennen het onderscheidingsteken van de lidstaat van inschrijving dat overeenkomstig de voorschriften van de bijlage van deze verordening is aangebracht, als gelijkwaardig aan ieder ander onderscheidingsteken dat zij erkennen ter aanduiding van de staat van inschrijving van het voertuig.
Mitgliedstaaten, die vorschreiben, daß in einem anderen Mitgliedstaat zugelassene Fahrzeuge bei der Teilnahme am Verkehr in ihrem Hoheitsgebiet ein Unterscheidungszeichen führen müssen, erkennen das Unterscheidungszeichen des Zulassungsmitgliedstaats, das gemäß dem Anhang am linken Rand des Kennzeichens plaziert ist, als den anderen Unterscheidungszeichen, die sie für Zwecke der Angabe des Zulassungsstaats des Fahrzeugs anerkennen, gleichwertig an.