Schendt artikel 221, § 1, van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de Algemene bepalingen inzake Douane en Accijnzen het legaliteitsbeginsel, en mitsdien de artikelen 12, tweede lid en
14 van de Grondwet, alsmede artikel 7 van het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in de mate waarin dit artikel 221, § 1, AWDA aldus wordt gelezen dat de strafrechter die de verbeurdverklaring op grond van dit artikel uitspreekt, daarnaast de veroordeling kan of moet uitspreken tot de betaling, bij wijze van s
trafsancti ...[+++]e, van de tegenwaarde van de verbeurd verklaarde goederen bij niet wederoverlegging ervan ?Verstösst Artikel 221 § 1 des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Bestimmungen über Zölle und Akzisen gegen das Legalitätsprinzip und somit gegen die Artikel 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung, sowie gegen Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem dieser Artikel 221 § 1 des allgemeinen Gesetzes über Zölle und Akzisen dahingehend ausgelegt wird, dass der Strafrichter, der die Einziehung aufgrund dieses Artikels ausspricht, darüber hinaus die Verurteilung zur Zahlung - als strafrechtl
iche Sanktion - des Gegenwertes der eingezogenen Gü ...[+++]ter aussprechen kann oder muss, wenn diese Güter nicht vorgelegt werden?