Die drijfjachten mogen enkel worden uitgevoerd door : 1° de houder van het jachtrecht op de te beschermen terreinen, die er dit recht effectief uitoefent, alsmede door zijn beëdigde wachters; 2° bij gebrek aan eerstgenoemden, de houder van het jachtrecht op een bebost grondgebied dat aan de te beschermen terreinen grenst, die er dit recht effectief uitoefent, en zijn beëdigde wachters; 3° bij gebrek aan de tweede personen, elke andere jager.
Diese Treibjagden dürfen nur von folgenden Personen ausgeübt werden: 1° vom Inhaber des Jagdrechts auf den zu schützenden Geländen, der dort sein Recht tatsächlich ausübt, sowie von seinen vereidigten Jagdhütern; 2° mangels der erstgenannten Personen, vom Inhaber des Jagdrechts auf einem bewaldeten, an die Ebene der zu schützenden Gelände angrenzenden Gebiet, der dieses Recht dort tatsächlich ausübt, und von seinen vereidigten Jagdhütern; 3° mangels der zweitgenannten Personen, von irgendeinem anderen Jäger.