1. Uiterlijk op 15 februari en 30 juni van elk jaar delen de lidstaten de Commissie de in artikel 9, lid 1, bedoelde lijst mee voor, respectievelijk, de binnenmarkt en derde landen, met daarbij in voorkomend geval de lijst van uitvoeringsorganen die zij overeenkomstig artikel 8, lid 3, hebben geselecteerd, alsmede een kopie van de programma's.
(1) Die Mitgliedstaaten übermitteln der Kommission jährlich bis spätestens 15. Februar für die Maßnahmen im Binnenmarkt und bis 30. Juni für die Maßnahmen in Drittländern das Verzeichnis gemäß Artikel 9 Absatz 1, das auch das Verzeichnis der vorgesehenen Durchführungsstellen umfasst, wenn diese bereits gemäß Artikel 8 Absatz 3 ausgewählt worden sind, sowie eine Kopie der Programme.