Bij het bepalen van deze passende overgangsperiode heeft de Commissie zich met name gebaseerd op: de standpunten die België en de coördinatiecentra na de beschikking van 17 februari 2003 hebben geformuleerd bij de Commissie, de Raad van de Europese Unie en het EU-Hof van Justitie; de inschattingen van de begunstigden van de tijd die zij nodig hadden om zich aan te passen aan het aflopen van de regeling; de inwerkingtreding van nieuwe fiscale maatregelen die de centra een aantrekkelijk alternatief bieden, en vooral de einddatum van 31 december 2005 die België had bepaald voor de erkenningen die sinds 17 februari 2003 waren verlengd.
Ausschlaggebend für die Festsetzung der Frist waren vor allem die Kommentare Belgiens und der Koordinationszentren gegenüber der Kommission, dem EU-Ministerrat und dem Gerichtshof im Anschluss an die Entscheidung vom 17. Februar 2003, die eigenen Einschätzungen der Nutznießer der Regelung hinsichtlich der Zeit, die sie für die Umstellung benötigen, der Zeitpunkt des Inkrafttretens neuer Steuermaßnahmen als attraktiver Ersatz für die bisherige Regelung und vor allem der von Belgien festgesetzte Stichtag des 31. Dezember 2005 für die seit dem 17. Februar verlängerten Bewilligungen.