15. merkt op dat maatschappelijke organisaties in de ontvangende landen actiever betrokken zouden moeten worden bij de ontwikkeling en het opstarten van projecten, wijst erop dat toekomstige IPA-programma's iets zouden moeten doen aan de systematische afhankelijkheid van donoren van de maatschappelijke organisaties, om te vermijden dat maatschappelijke organisaties "op aanvraag" bestaan, en tevens aandacht moeten besteden aan de ontwikkeling van een aantal van de maatschappelijke organisaties langs etno-politieke lijnen, in het bijzonder in Bosnië en Herzegovina, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Kosovo; verwacht dat de nieuwe faciliteit voor het maatschappelijk middenveld vele van de problemen in verband met de diversite
...[+++]it, complexiteit en versplintering van EU-programma's voor eens en voor altijd zal oplossen; 15. betont, dass Organisationen der Zivilgesellschaft in den Empfängerländern aktiver in die Entwicklung und Einleitung von Projekten einbezogen werden sollten; unterstreicht, dass künftige IPA-Programme die systematische Abhängigkeit der zivilgesellschaftlichen Organisationen von G
ebern thematisieren müssen, um die Existenz solcher Organisationen „bei Bedarf“ zu vermeiden, und sich auch mit der Entstehung einiger zivilgesellschaftlicher Organisationen basierend auf ethnisch-politischen Konflikten, besonders in Bosnien und Herzegowina, der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien und dem Kosovo, auseinandersetzen müssen; erwartet,
...[+++] dass sich die neue Fazilität zur Förderung der Zivilgesellschaft vieler der Probleme im Hinblick auf die Vielfalt, die Komplexität und die Zersplitterung von EU-Programmen annimmt;