11. is ook ervan overtuigd dat elk toetredingsland moet proberen om, alvorens tot de Unie toe te kunnen treden de belangrijkste interne problemen, met name op territoriaal en constitutioneel gebied, op te lossen; meent dat de EU vóór en tijdens de onderhandelingen met een dergelijk land bij de oplossing van deze problemen moet helpen;
11. ist auch der Überzeugung, dass jeder beitretende Staat versuchen sollte, seine wichtigsten internen Probleme zu lösen, insbesondere jene, die sein territoriales und sein verfassungsmäßiges Gefüge betreffen, bevor er der Union beitreten kann; vertritt die Ansicht, dass die Europäische Union im Vorfeld und während der Verhandlungen mit einem solchen Staat diesen bei der Klärung dieser Fragen unterstützen sollte;