" Art. 18. Onverminderd de beheersbevoegdheden van de Regering op het Instituut, worden de opdrachten van de directeur-generaal, bij diens afwezigheid of verhindering voor een periode van minder dan drie opeenvolgende maanden, bij gebrek aan andersluidende verordeningsbepalingen of aan door de titularis van het ambt genomen bijzondere voorzieningen, tijdens de periode van afwezigheid of verhindering van de directeur-generaal uitgeoefend door de adjunct-directeur-generaal van het Instituut.
" Art. 18 - Unbeschadet der Befugnisse der Regierung in Sachen Geschäftsführung des Instituts werden die dem Generaldirektor anvertrauten Aufgaben, wenn dieser für eine Dauer von weniger als drei aufeinanderfolgenden Monaten abwesend oder verhindert ist, mangels gegenteiliger Verordnungsbestimmungen oder besonderer Bestimmungen, die vom Inhaber des Amtes getroffen werden, während der Dauer der Abwesenheit oder der Verhinderung des Generaldirektors dem beigeordneten Generaldirektor des Instituts anvertraut.