Art. 3.
Het bedrag van de ambtstoelage wordt per niet-gewerkte werkdag met een twintigste verminderd, met uitzondering van de jaarlijse vakantieverlofdagen, de recuperatieverlofdagen, de verlofdagen toegekend ter compensatie van een feestdag, de vakbondsverlofdagen alsmede de dagen waarvoor een dienstvrijstelling wordt toegekend. De ambtstoelage wordt evenwel niet toegekend aan het als vaste afgevaardigde erkende
personeelslid zoals bedoeld in artikel 77, § 1, van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet
...[+++] van 17 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Die Amtszulage wird jedoch nicht jenen Personalmitgliedern gewährt, denen die Eigenschaft eines ständigen Vertreters im Sinne von Artikel 77, § 1, des Königlichen Erlasses vom 28. September 1984 zur Ausführung des Gesetzes vom 17. Dezember 1974 zur Organisation der Beziehungen zwischen den öffentlichen Behörden und den Gewerkschaften der Bediensteten, die diesen Behörden untergeordnet sind, anerkannt worden ist.