123. merkt op dat het internet samen m
et de sociale media zowel offline als online een van de belangrijkste instrumenten
is geworden waarmee mensen hun recht op vrijheid van mening en meningsuiting uito
efenen, en dat deze kanalen een cruciale rol hebben gespeeld in de bevordering van mensenrechten, deelname aan de democratie, verantwoordingsplicht, transparantie, economische ontwikkeling en nieuwe vormen van openbare toegang; bena
...[+++]drukt tegelijkertijd dat de menselijke waardigheid niet in het gedrang mag komen, gezien het feit dat niet alle lagen van de bevolking, met name ouderen en mensen op het platteland, toegang hebben tot internet, en veroordeelt alle andere vormen van discriminatie die zich in de sociale media voordoen; steunt specifieke EU-verordeningen en -overeenkomsten met derde landen die de toegang tot communicatie en informatie beperken door middel van censuur, de opheffing van netwerken of de onderwerping van vrijheid van informatie aan handelsbelangen; is verheugd over het potentieel dat het internet en sociale netwerken hebben laten zien tijdens de ontwikkelingen van de Arabische Lente; verzoekt om meer toezicht op het gebruik van het internet en nieuwe technologieën in autocratische regimes die dat gebruik willen inperken; roept op tot meer steun voor het bevorderen van de vrijheid van de media, het beschermen van onafhankelijke journalisten en bloggers, het dichten van de digitale kloof en het vergemakkelijken van de onbeperkte toegang tot informatie en communicatie en de ongecensureerde toegang tot het internet (digitale vrijheid);