Het Hof stelt vast dat de uiteindelijk goedgekeurde tekst het de openbare huisvestingsmaatschappijen enkel mogelijk maakt de vorm van coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid aan te nemen, terwijl het voorontwerp voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State het hun ook mogelijk maakte de vorm van naamloze vennootschappen aan te nemen, wat aanleiding had gegeven tot andere bezwaren afgeleid uit de onverenigbaarheid van een aantal bepalingen uit het voorontwerp met Europese richtlijnen betreffende het stelsel van de naamloze vennootschappen (ibid., p. 70).
Der Hof stellt fest, dass der schliesslich angenommene Text es den öffentlichen Wohnungsbaugesellschaften nur erlaubt, die Form von Genossenschaften mit beschränkter Haftung anzunehmen, während der Vorentwurf, der der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates unterbreitet worden war, es ihnen ebenfalls erlaubte, die Form von Aktiengesellschaften anzunehmen, was zu anderen Einwänden wegen der Unvereinbarkeit gewisser Bestimmungen des Vorentwurfs mit europäischen Richtlinien über das System der Aktiengesellschaften geführt hatte (ebenda, S. 70).