2. benadrukt dat het handelsbeleid een wezenlijk onderdeel vormt van het externe optreden van de EU en als zodanig moet worden geformuleerd op een wijze die aansluit op ander buitenlands beleid en dienovereenkomstige beleidsinstrumenten; pleit daarom voor een nauwe interactie tussen de bevoegde commissarissen, de directoraten-generaal, de Europese Dienst voor extern optreden en de lidstaten;
2. hebt hervor, dass die Handelspolitik ein wichtiger Bestandteil der Außenpolitik der EU ist und daher so formuliert werden muss, dass sie im Einklang mit der Außenpolitik von Drittstaaten und anderen politischen Instrumenten steht; fördert daher eine enge Zusammenarbeit zwischen den einschlägigen Mitgliedern und Generaldirektionen der Kommission, dem Europäischen Auswärtigen Dienst und den Mitgliedstaaten;