(13) Het vermoeden van onschuld is geschonden wanneer verdachten of beklaagden, zonder dat zij voordien overeenkomstig het recht schuldig zijn bevonden, op grond van uitlatingen, verklaringen of gedragingen van enigerlei persoon in een gerechtelijke, bestuurlijke, politieke of andere overheidsfunctie voor schuldig kunnen worden gehouden.
(13) Die Unschuldsvermutung wird missachtet, wenn Verdächtige oder Beschuldigte vor dem gesetzlichen Beweis ihrer Schuld von Personen, die ein öffentliches Amt bekleiden – in den Justiz-, den Verwaltungsbehörden oder in der Politik – in einer Erklärung oder in einem Verweis oder in einem Akt so dargestellt werden können, als ob sie schuldig wären.