1. Elke lidstaat wijst de bevoegde autoriteit aan die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de uit deze richtlijn voortvloeiende taken voor vergunningverlening aan, toezicht op en controle van de op zijn grondgebied gevestigde centrale tegenpartijen en stelt de Commissie en de ESMA daarvan in kennis.
(1) Jeder Mitgliedstaat benennt die zuständige Behörde, die für die Wahrnehmung der aus dieser Verordnung erwachsenden Aufgaben hinsichtlich Zulassung, Beaufsichtigung und Überwachung der in seinem Gebiet niedergelassenen CCPs verantwortlich ist, und unterrichtet Kommission und ESMA entsprechend.