1. De lidstaten en, desgevallend, de regionale en lokale autoriteiten, infrastructuurbeheerders, vervoerders en andere openbare en particuliere entiteiten dienen het trans-Europese vervoersnetwerk te plannen, te ontwikkelen en te exploiteren met oog voor een zuinig gebruik van hulpbronnen door:
(1) Mitgliedstaaten und gegebenenfalls regionale und lokale Behörden, Infrastrukturbetreiber, Verkehrsunternehmen sowie andere öffentliche und private Stellen planen, entwickeln und betreiben das transeuropäische Verkehrsnetz auf ressourcenschonende Weise durch