De omstandigheid dat de wetgever voor de van de andere politiekorpsen afkomstige personeelsleden geen identieke overgangsregel heeft aangenomen, wordt verantwoord door het feit dat zij, vóór hun overgang naar de geïntegreerde politie, waren onderworpen aan artikel 8 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, dat werd bevestigd bij artikel 12 van de bestreden wet.
Der Umstand, dass der Gesetzgeber nicht eine gleiche Ubergangsregel für die Personalmitglieder angenommen hat, die aus den anderen Polizeikorps stammen, ist dadurch zu rechtfertigen, dass diese vor ihrem Ubergang zur integrierten Polizei Artikel 8 des allgemeinen Gesetzes vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen unterstanden, der durch Artikel 12 des angefochtenen Gesetzes bestätigt worden ist.