Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft eveneens geoordeeld : « 89. Gelet op hetgeen voorafgaat, sluit het Hof niet uit dat maatregelen die worden genomen door de wetgever, administr
atieve overheden of rechtscolleges na de uitspraak van een definitieve straf of gedurende de uitvoering ervan, kunnen leiden tot een herdefiniëring of een wijziging van de draagwijdte van de ' straf ' die is opgelegd door de rechter die ze heeft uitgesproken. In dat geval is het Hof van mening dat de maatregele
n in kwestie moeten vallen onder het verbod va ...[+++]n de retroactiviteit van de straffen, zoals verankerd in artikel 7.1 in fine van het Verdrag. Zo niet zouden de Staten vrij zijn om - bijvoorbeeld door de wet te wijzigen of de vastgestelde regels opnieuw te interpreteren - maatregelen aan te nemen die de draagwijdte van de opgelegde straf op retroactieve wijze opnieuw zouden definiëren, in het nadeel van de veroordeelde, terwijl die laatste dat niet kon voorzien op het ogenblik dat het misdrijf is gepleegd of de straf is uitgesproken. In dergelijke omstandigheden zou artikel 7.1 geen nuttig effect hebben voor de veroordeelden ten aanzien van wie de draagwijdte van de straf a posteriori zou zijn gewijzigd, in hun nadeel. Het Hof preciseert dat dergelijke wijzigingen moeten worden onderscheiden van die welke kunnen worden aangebracht in de strafuitvoeringsmodaliteiten, die niet vallen onder het toepassingsgebied van artikel 7.1 in fine. 90. Om zich uit te spreken over de vraag of een maatregel die is genomen tijdens de tenuitvoerlegging van een straf uitsluitend betrekking heeft op de uitvoeringsmodaliteiten ervan dan wel daarentegen de draagwijdte ervan aantast, moet het Hof geval per geval nagaan wat de werkelijke gevolgen van de opgelegde ' straf ' waren in het interne recht in de beschouwde periode of, met andere woorden, wat de intrinsieke aard ervan was. Daarbij moet het met name rekening houden met het interne recht in zijn geheel en met de wijze waarop het in die tijd ...Der Europäische Gerichtshof für Men
schenrechte hat ebenfalls geurteilt: « 89. Angesichts des Vorstehenden schließt der Gerichtshof nicht aus, dass Maßnahmen, die durch den Gesetzgeber, durch Verwaltungsbehörden oder Gerichte nach der Verhängung einer endgültigen Strafe oder während der Vollstreckung dieser Strafe ergriffen werden, zu einer Neudefinition oder einer Änderung der Tragweite der ' Strafe ' führen können, die durch den Richter, der sie verhängt hat, auferlegt wurde. In einem solchen Fall ist der Gerichtshof der Auffassung, dass auf die betreffenden Maßnahmen das Verbot der Rückwirkung der Strafen, das in Artikel 7 Absatz 1 in
...[+++]fine der Konvention festgelegt ist, Anwendung finden muss. Andernfalls würde es den Staaten freistehen - beispielsweise durch die Abänderung des Gesetzes oder eine neue Auslegung der festgelegten Regeln -, Maßnahmen anzunehmen, mit denen rückwirkend und zum Nachteil des Verurteilten die Tragweite der auferlegten Strafe neu festgelegt würde, obwohl dieser sie zum Zeitpunkt der Begehung der Straftat oder der Verhängung der Strafe nicht vorhersehen konnte. Unter solchen Voraussetzungen würde Artikel 7 Absatz 1 für die Verurteilten, bei denen die Tragweite der Strafe a posteriori und zu ihrem Nachteil geändert würde, seine sachdienliche Wirkung entzogen. Der Gerichtshof präzisiert, dass solche Änderungen von denjenigen zu unterscheiden sind, die an den Strafvollstreckungsmodalitäten vorgenommen werden können, die nicht zum Anwendungsbereich von Artikel 7 Absatz 1 in fine gehören. 90. Um über die Frage zu entscheiden, ob eine während der Vollstreckung einer Strafe ergriffene Maßnahme nur deren Vollstreckungsmodalitäten betrifft oder hingegen deren Tragweite beeinflusst, muss der Gerichtshof von Fall zu Fall bestimmen, was die auferlegte ' Strafe ' tatsächlich im innerstaatlichen Recht während des betreffenden Zeitraums beinhaltete, oder, anders ausgedrückt, welches ihre eigentliche Beschaffenheit war. Hierbei muss er insbesondere das inne ...