Vertaling van "andere wijze aanleiding tot ongewenste belangenconflicten geeft " (Nederlands → Duits) :

De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer het personeel adviseert over of overgaat tot verkoop van producten of financiële instrumenten aan particulieren, de beloningsstructuur geen gevaar betekent voor hun mogelijkheid om, waar van toepassing, een objectieve aanbeveling te doen of de informatie op eerlijke, duidelijke en niet misleidende wijze te geven overeenkomstig lid 2 en dat de beloning evenmin op andere wijze aanleiding tot ongewenste belangenconflicten geeft.
Die Mitgliedstaaten tragen dafür Sorge, dass in dem Fall, dass Mitarbeiter Kleinanleger über Finanzinstrumente beraten oder ihnen diese verkaufen, die einschlägigen Vergütungsstrukturen nicht ihre Fähigkeit einschränken, gegebenenfalls eine objektive Empfehlung abzugeben oder Informationen in einer Weise zur Verfügung zu stellen, die fair, klar und nicht irreführend im Einklang mit Absatz 2 ist, oder in sonstiger Weise zu unzulässige Interessenskonflikten führt.

12. is ingenomen met de nieuwe gedragscode voor de leden van het Europees Parlement inzake financiële belangen en belangenconflicten, die op 1 december 2011 door de plenaire vergadering is goedgekeurd; merkt op dat de leden alle bezoldigde activiteiten die zij naast hun taken in het Parlement uitoefenen, elke bezoldiging die zij ontvangen en alle andere functies die zij uitoefenen en die aanleiding kunnen geven tot een belangenconflict volledig openbaar moeten maken; merkt voorts op dat de gedragscode het de leden uitdrukkelijk verbiedt geldbedragen of andere geschenken te aanvaarden in ruil voor het aanwenden van invloed met betrekking tot de besluiten van het Parlement; merkt tot zijn tevredenheid op dat de gedragscode duidelijke voorschriften bevat over het aanvaarden van geschenken en over oud-leden van het Parlement die zich bezighouden met lobbyactiviteiten; verwacht dat de uitvoeringsvoorschriften op passende wijze onder de aandacht van de leden zullen worden gebracht en dat de verklaringen steekproefsgewijs zullen worden gecontroleerd;
12. begrüßt den neuen Verhaltenskodex für die Mitglieder des Europäischen Parlaments bezüglich finanzieller Interessen und Interessenkonflikte, der am 1. Dezember 2011 im Plenum angenommen wurde; stellt fest, dass die Mitglieder verpflichtet sind, sämtliche Einkünfte aus Tätigkeiten neben ihrer parlamentarischen Tätigkeit sowie deren Höhe anzugeben und auf sonstige Funktionen hinzuweisen, die zu Interessenskonflikten führen könnten; stellt außerdem fest, dass es dieser Kodex den Mitgliedern ausdrücklich untersagt, Geld oder Sachmittel im Austausch für Beeinflussungen der Entscheidungen des Parlaments anzunehmen; stellt mit Zufriedenheit fest, dass dort auch klare Bestimmungen zur Annahme von Geschenken und zu ehemaligen Mitgliedern enthalten sind, die als Lobbyisten tätig sind; erwartet, dass die Mitglieder angemessen über die Durchführungsbestimmungen in Kenntnis gesetzt werden und dass die Erklärungen stichprobenartig geprüft werden;

« Schendt artikel 215, derde lid, 4°, van het WIB 1992, in de interpretatie volgens welke het alleen betrekking zou hebben op de bezoldigingen van bestuurders of werkende vennoten in de strikte zin van het woord, de artikelen 10, 11 en 172 van de gecoördineerde Grondwet in zoverre het aanleiding geeft tot discriminatie tussen, enerzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot als bezoldiging, ongeacht of dat op grond van artikel 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gebeurt dan wel op grond van artikel 31 van datzelfde Wetboek, bezoldiging die wordt belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en die onderworpen is aan sociale bijdragen, en, anderzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot, maar in een andere vorm, zoals bijvoorbeeld baten, terwijl die bedragen eveneens zouden worden belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en eveneens zouden zijn onderworpen aan sociale bijdragen, en terwijl het doel van de bepaling op adequate wijze zou worden verwezenlijkt, zowel in het eerste als in het tweede geval ? ».
« Verstösst Artikel 215 Absatz 3 Nr. 4 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, dahingehend ausgelegt, dass er nur Anwendung findet auf die Entlohnungen der Verwaltungsratsmitglieder oder der aktiven Teilhaber im engen Sinne des Wortes, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der koordinierten Verfassung, insofern er zu einer Diskriminierung führt zwischen einerseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber als Entlohnung gewähren, unabhängig davon, ob dies aufgrund von Artikel 32 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 oder aufgrund von Artikel 31 desselben Gesetzbuches geschieht, wobei die Entlohnung zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert wird und den Sozialabgaben unterliegt, und andererseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber, allerdings in einer anderen Form, wie z.B. Profite, gewähren, wobei diese Beträge ebenfalls zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert und den Sozialabgaben unterliegen würden, und während das Ziel der Bestimmung sowohl im ersten als auch im zweiten Fall in geeigneter Weise erfüllt wäre? ».

« Schendt artikel 215, derde lid, 4°, van het W.I. B. 1992, in de interpretatie volgens welke het alleen betrekking zou hebben op de bezoldigingen van bestuurders of werkende vennoten in de strikte zin van het woord, de artikelen 10, 11 en 172 van de gecoördineerde Grondwet in zoverre het aanleiding geeft tot discriminatie tussen, enerzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot als bezoldiging, ongeacht of dat op grond van artikel 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 gebeurt dan wel op grond van artikel 31 van datzelfde Wetboek, bezoldiging die wordt belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en die onderworpen is aan sociale bijdragen, en, anderzijds, de vennootschappen die het in artikel 215 bepaalde bedrag toekennen aan een bestuurder of werkend vennoot, maar in een andere vorm, zoals bijvoorbeeld baten, terwijl die bedragen eveneens zouden worden belast tegen het progressieve tarief van de personenbelasting en eveneens zouden zijn onderworpen aan sociale bijdragen, en terwijl het doel van de bepaling op adequate wijze zou worden verwezenlijkt, zowel in het eerste als in het tweede geval ? ».
« Verstösst Artikel 215 Absatz 3 Nr. 4 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, dahingehend ausgelegt, dass er nur Anwendung findet auf die Entlohnungen der Verwaltungsratsmitglieder oder der aktiven Teilhaber im engen Sinne des Wortes, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der koordinierten Verfassung, insofern er zu einer Diskriminierung führt zwischen einerseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber als Entlohnung gewähren, unabhängig davon, ob dies aufgrund von Artikel 32 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 oder aufgrund von Artikel 31 desselben Gesetzbuches geschieht, wobei die Entlohnung zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert wird und den Sozialabgaben unterliegt, und andererseits den Gesellschaften, die den in Artikel 215 bestimmten Betrag einem Verwaltungsratsmitglied oder einem aktiven Teilhaber, allerdings in einer anderen Form, wie z.B. Profite, gewähren, wobei diese Beträge ebenfalls zum progressiven Satz der Steuer der natürlichen Personen besteuert und den Sozialabgaben unterliegen würden, und während das Ziel der Bestimmung sowohl im ersten als auch im zweiten Fall in geeigneter Weise erfüllt wäre? ».

De op die wijze beperkte beoordelingsbevoegdheid die hij de Koning toekent, geeft geen aanleiding tot discriminatie ten opzichte van de personen die overtredingen hebben gepleegd die op een andere manier zijn vastgesteld dan « op geautomatiseerde wijze of met behulp van een technisch hulpmiddel ».
Die somit begrenzte Ermessensbefugnis, die er dem König gewährt, kann keine Diskriminierung gegenüber den Personen schaffen, die Verstösse begehen, die anders als « auf automatisierte Weise oder anhand eines technischen Hilfsmittels » festgestellt werden.