(a) de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers, met inachtneming van specifieke aspecten zoals antimicrobiële resistentie met betrekking tot zoönoseverwekkers, bij dierpopulaties in het stadium van de primaire dierlijke productie en zo nodig in andere stadia van de voedselketen, met inbegrip van de vervaardiging van diervoeders en de verdere bereiding en vervaardiging van producten van dierlijke oorsprong;
(a) die Überwachung von Zoonosen und Zoonoseerregern, unter Berücksichtigung spezifischer Merkmale wie der Resistenz von Zoonoseerregern gegen antimikrobiell wirkende Stoffe, in Tierpopulationen, auf Ebene der Primärproduktion von Tieren sowie erforderlichenfalls auf anderen Stufen der Lebensmittelherstellungskette, einschließlich der Herstellung von Futtermitteln und ihrer Weiterverarbeitung sowie der Herstellung von Erzeugnissen tierischen Ursprungs;