Door die bijzondere sanctie te bepalen heeft de wetgever willen afwijken, zowel van de sanctie wegens onregelmatigheid van de onteigening waarin is voorzien bij artikel 16, tweede lid, van de onteigeningswet, zijnde een vordering tot herziening van de onteigening, als van de sanctie van de ontbinding, overeenkomstig de algemene regel van artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, voor het geval dat een van beide partijen haar verbintenis niet nakomt (Cass., 29 april 1966, Pas., 1966, I, p. 1094).
Durch Festlegung dieser besonderen Sanktion wollte der Gesetzgeber sowohl von der Sanktion wegen Regelwidrigkeit der Enteignung, die in Artikel 16 Absatz 2 des Enteignungsgesetzes vorgesehen ist, nämlich ein Antrag auf Revision der Enteignung, als auch von der Sanktion der Auflösung gemäss der allgemeinen Regel von Artikel 1184 des Zivilgesetzbuches für den Fall, dass eine der beiden Parteien ihre Verpflichtungen nicht erfüllt, abweichen (Kass., 29. April 1966, Pas., 1966, I, S. 1094).