« Is de interpretatie van artikel 109 van het decreet van 30 april 2009 volgens welke de inwerkingtreding van een bevoegdheidsregel, namelijk artikel 114 van het WWROSPE, voor onbepaalde tijd zou worden
uitgesteld, met als enige beperking de datum waarop een vergunningsaanvraag is ingediend, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre een aanvraag tot afwijking die in 2012 is ingediend en behandeld, door het college zal worden behandeld, terwi
jl een aanvraag die jaren geleden is ingedien ...[+++]d maar het voorwerp heeft uitgemaakt van een nietigverklaring door de Raad van State of van een intrekking van de handeling, datzelfde jaar zal worden behandeld door de gemachtigde ambtenaar, terwijl niets nog dat verschil in behandeling onder bestuurden die met een op hetzelfde ogenblik te beslechten vergunningsaanvraag worden geconfronteerd, verantwoordt ?« Ist die Auslegung von Artikel 109 des Dekrets vom 30.
April 2009 dadurch, dass sie das Inkrafttreten einer Zuständigkeitsregel, und zwar Artikel 114 des CWATUPE, auf unbestimmte Zeit verschieben würde, wobei das Einreichungsdatum des Gene
hmigungsantrags die einzige Beschränkung darstellt, vereinbar mit den Artikeln 10 und
11 der Verfassung, indem ein im Jahre 2012 eingereichter und behandelter Abweichungsantrag vom Kollegium behande
lt wird, w ...[+++]ährend im selben Jahr ein Antrag, der vor Jahren eingereicht wurde, der aber Gegenstand einer Nichtigerklärung durch den Staatsrat oder einer Rücknahme der Handlung war, vom beauftragten Beamten behandelt wird, während nichts diesen Behandlungsunterschied zwischen Bürgern, die mit einem zum gleichen Zeitpunkt zu beurteilenden Genehmigungsantrag konfrontiert werden, noch rechtfertigen kann?