1. De mazen mogen in geen enkel gedeelte van het net worden geblokkeerd of anderszins verkleind door andere voorzieningen dan die welke zijn toegestaan bij Verordening (EEG) nr. 3440/84 van de Commissie of die welke zijn vermeld in bijlage I, onder a), bij deze verordening.
(1) In keinem Teil des Netzes dürfen die Maschen verstopft oder ihre Öffnung auf andere Weise verringert werden; zulässig sind nur die in der Verordnung (EWG) Nr. 3440/84 der Kommission oder nach Anhang I Buchstabe a der vorliegenden Verordnung genannten Vorrichtungen.