(c) de ontwikkeling van meer structurele vormen van samenwerking tussen instellingen van hoger onderwijs in de Europese Unie enerzijds en tussen de Europese Unie en instellingen in derde landen anderzijds ondersteunen alsmede een grotere uitgaande mobiliteit uit de Europese Unie in het kader van de Europese studieprogramma's bewerkstelligen;
(c) den Ausbau einer stärker strukturierten Zusammenarbeit zwischen den Hochschuleinrichtungen in der Europäischen Union einerseits und zwischen den Hochschuleinrichtungen der Europäischen Union und der Drittländer andererseits sowie die Gewährleistung einer größeren, von der EU ausgehenden Mobilität in den europäischen Studienprogrammen;