8. onderstreept dat China's rol als belangrijkste financieringsbron in Afrika aanleiding heeft gegeven tot bezorgdheid over een aantal zaken; onderstreept met name dat China, in tegenstelling tot internationale organisaties en bilaterale hulpagentschappen van traditionele donorlanden, die voor hun bijstand voorwaarden stellen inzake goed bestuur, geen voorwaarden stelt; vreest daarom dat de invloed van China de inspanningen om in Afrika het bestuur te verbeteren en corruptie te verminderen verder afzwakt, in het bijzonder in zijn partnerlanden met zwakke instellingen, zoals Angola, Congo, Nigeria en Soedan;
8. betont, dass Chinas neue Rolle als wichtiger Finanzinvestor in Afrika in der EU einige Bedenken hervorgerufen hat; unterstreicht insbesondere, dass internationale Organisationen und bilaterale Hilfseinrichtungen der traditionellen Geber ihre Unterstützung zwar von verantwortungsvoller Regierungsführung abhängig gemacht haben, dass dies jedoch nicht für China gilt; befürchtet, dass sich die Bemühungen um eine bessere Regierungsführung und Verringerung der Korruption in Afrika durch den Einfluss Chinas entsprechend weiter verzögern könnten, insbesondere in seinen Partnerländern, die durch schwache Institutionen gekennzeichnet sind, wie Angola, Kongo, Nigeria und Sudan;
