14. wijst op de noodzaak, in het licht van richtlijn 2002/21/EG inzake elektronische communicatie, zorg te dragen voor de naleving van de strekking van overweging 27 van deze richtlijn, die gericht is op het scheppen van een beter evenwicht tussen mededinging en regelgeving; is van oordeel dat de nationale regelgevende instanties tijdens het gehele besluitvormingsproces zouden moeten nagaan of de antitrustregels adequaat zijn om voor een concurrerende markt te zorgen en alleen in het geval van een negatieve evaluatie een ad-hocregeling zouden moeten voorstellen; merkt op dat als algemene regel moet blijven gelden dat de instantie van de desbetreffende sector alleen regelgevend
optreedt indien de <
...[+++]b class=yellow3>antitrustregels ontoereikend blijken om een eerlijke mededinging te waarborgen; 14. weist im Rahmen der Richtlinie 2002/21/EG über elektronische Kommunikationsnetze und -dienste darauf hin, dass der Geist von Erwägungsgrund 27 dieser Richtlinie unbedingt beachtet werden muss, da hier auf ein ausgewogeneres Verhältnis zwischen Wettbewerb und Regulierung abgezielt wird; weist darauf hin, dass in diesem Sinne die nationalen Regulierungsbehörden während des gesamten Entscheidungsprozesses prüfen sollten, inwieweit Vorabverpflichtungen geeignet sind, einen wettbewerbsorientierten Markt zu gewährleisten, und nur im Falle einer negativen Beurteilung eine Ad-hoc-Regelung vorschlagen sollten; ist der Auffassung, dass der allgemeine Grundsatz auch weiterhin darin bestehen muss, dass eine Regulierung durch die sektoriellen Behö
...[+++]rden nur dann erfolgen darf, wenn sich die kartellrechtlichen Bestimmungen als unzureichend erweisen, um einen ausgewogenen Wettbewerb zu gewährleisten; 
