Indien de in kennis gestelde lidstaat bij uitzondering niet antwoordt binnen 96 uur vanaf het tijdstip waarop hij door de intercepterende lidstaat is geïnformeerd, vormt dit een besluit waarbij zowel de interceptie als het gebruik van het geïntercepteerde materiaal overeenkomstig de punten a), onder 2) en 3), worden verboden.
Antwortet der unterrichtete Mitgliedstaat ausnahmsweise nicht innerhalb 96 Stunden ab dem Zeitpunkt, zu dem er von dem überwachenden Mitgliedstaat in Kenntnis gesetzt wurde, so gilt dies als Entscheidung, die Überwachung und die Verwendung des Materials nach Buchstabe a Nummern 2 und 3 zu untersagen.