4. herinnert eraan dat de Europese Commissie naar aanleiding van raadplegingen, die het onderwerp van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vormen, een beantwoordingstermijn voor een geraadpleegde derde partij moet vaststellen die steller van een document is, en wijst er met nadruk op dat ze die bevoegdheid zodanig uit te oefenen heeft dat ze zich aan haar eigen antwoordtermijnen kan houden ;
4. erinnert daran, dass die Kommission im Zusammenhang mit den Konsultationen nach Artikel 4 Absatz 4 der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 Dritten eine Beantwortungsfrist setzen muss, und betont, dass die Kommission diese Befugnis so nutzen sollte, dass sie die Einhaltung ihrer eigenen Fristen ermöglicht ;