Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Carriage of Goods by Sea Act 1971
Haags Executieverdrag 1971
Verdrag betreffende Goederenvervoer op Zee 1971

Traduction de «april 1971 » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Carriage of Goods by Sea Act 1971 | Verdrag betreffende Goederenvervoer op Zee 1971

Carriage of Goods by Sea Act 1971


Haags Executieverdrag 1971 | Verdrag betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen in burgerlijke en handelszaken

Konvention über die Anerkennung und Vollstreckung ausländischer Entscheidungen in Zivil- und Handelssachen


Protocol bij het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1971

Protokoll von 1976 zu dem Internationalen Übereinkommen von 1971 über die Errichtung eines Internationalen Fonds zur Entschädigung für Ölverschmutzungsschäden


Europese Overeenkomst nr. 124 inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele organisaties opgemaakt te Straatsburg op 24 april 1986

Europäisches Übereinkommen Nr. 124 über die Anerkennung der Rechtspersönlichkeit internationaler nichtstaatlicher Organisationen, gegeben zu Straßburg, den 24. April 1986
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 17 april 2015 in zake het openbaar ministerie en A.D. en E.D., burgerlijke partijen, tegen A.V. en de bvba « VDA Co », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 1, 2 en 41 [lees : 46] van de arbeidsongevallenwet het door de gecoördineerde Grondwet in de artikelen 10 en 11 gewaarborgde gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel, wanneer z ...[+++]

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 17. April 2015 in Sachen der Staatsanwaltschaft und A.D. und E.D. - Zivilparteien - gegen A.V. und die « VDA Co » PGmbH, dessen Ausfertigung am 22. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Dendermonde, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen die Artikel 1, 2 und 41 [zu lesen ist: 46] des Gesetzes über die Arbeitsunfälle gegen den in den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung verankerten Grundsatz der ...[+++]


Uittreksel uit arrest nr. 61/2016 van 28 april 2016 Rolnummer : 6216 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 68 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 1018 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Brussel.

Auszug aus dem Entscheid Nr. 61/2016 vom 28. April 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6216 In Sachen: Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf Artikel 68 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle und Artikel 1018 des Gerichtsgesetzbuches, gestellt vom Arbeitsgerichtshof Brüssel.


Uittreksel uit arrest nr. 51/2016 van 24 maart 2016 Rolnummer : 6205 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1, 2 en 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde.

Auszug aus dem Entscheid Nr. 51/2016 vom 24. März 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6205 In Sachen: Vorabentscheidungsfrage in Bezug auf die Artikel 1, 2 und 46 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, gestellt vom Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Dendermonde.


Ofschoon in de prejudiciële vraag wordt verwezen naar de artikelen 1, 2 en 41 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, blijkt uit die vraag en uit de motivering van de verwijzingsbeslissing dat in werkelijkheid de artikelen 1, 2 en 46 van die wet worden bedoeld.

Obwohl in der Vorabentscheidungsfrage auf die Artikel 1, 2 und 41 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle verwiesen wird, geht aus dieser Frage sowie aus der Begründung der Vorlageentscheidung hervor, dass in Wirklichkeit die Artikel 1, 2 und 46 dieses Gesetzes gemeint sind.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De artikelen 1, 2 en 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre de werkgever zich niet kan beroepen op de uit artikel 46 voortvloeiende burgerrechtelijke immuniteit wanneer het slachtoffer van een arbeidsongeval een persoon is die een individuele beroepsopleiding bij hem volgt, zoals bedoeld in de artikelen 90 en volgende van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding.

Aus diesen Gründen: Der Gerichtshof erkennt für Recht: Die Artikel 1, 2 und 46 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle verstoßen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern der Arbeitgeber sich nicht auf die aus Artikel 46 sich ergebende zivilrechtliche Immunität berufen kann, wenn das Opfer eines Arbeitsunfalls eine Person ist, die eine individuelle Berufsausbildung im Sinne der Artikel 90 ff. des Erlasses der Flämischen Regierung vom 5. Juni 2009 über die Organisation der Arbeitsvermittlung und der Berufsausbildung bei ihm absolviert.


In een tweede prejudiciële vraag wordt aan het Hof gevraagd of artikel 59quater van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 (hierna : de wet van 10 april 1971) bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het in de aan de Koning verleende machtiging om de wijze van berekening, inning en invordering te bepalen van de bijdrage voor ambtshalve aansluiting die verschuldigd is door de werkgevers die geen arbeidsongevallenverzekering hebben afgesloten, niet voorziet in de bevoegdheid om die sanctie met een eventueel uitstel gepaard te doen gaan.

In einer zweiten Vorabentscheidungsfrage wird der Gerichtshof gefragt, ob Artikel 59quater des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle (nachstehend: Gesetz vom 10. April 1971) vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern bei der Ermächtigung des Königs zur Festlegung der Modalitäten der Berechnung, Eintreibung und Beitreibung des Beitrags für den von Amts wegen erfolgten Anschluss, den jene Arbeitgeber schuldeten, die keine Arbeitsunfallversicherung abgeschlossen hätten, nicht die Befugnis vorgesehen sei, diese Sanktion mit einem etwaigen Aufschub zu verbinden.


De prejudiciële vraag betreft het verschil in behandeling tussen de slachtoffers van een arbeidsongeval, met een blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 16 pct. tot gevolg, naargelang het slachtoffer aan de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector (hierna : wet van 3 juli 1967) dan wel aan de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 (hierna : wet van 10 april 1971) is onderworpen.

Die Vorabentscheidungsfrage betrifft den Behandlungsunterschied zwischen den Opfern eines Arbeitsunfalls, der zu einer bleibenden Arbeitsunfähigkeit von weniger als 16 % geführt hat, je nachdem, ob das Opfer dem Gesetz vom 3. Juli 1967 über die Vorbeugung von oder den Schadenersatz für Arbeitsunfälle, Wegeunfälle und Berufskrankheiten im öffentlichen Sektor (nachstehend: Gesetz vom 3. Juli 1967) oder dem Gesetz vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle (nachstehend: Gesetz vom 10. April 1971) unterliegt.


2. Is artikel 34 van de wet van 10 april 1971 in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die interpretatie dat de grondslag van het basisloon van het slachtoffer van een arbeidsongeval dat aantoont dat het, op de datum van dat ongeval, was tewerkgesteld in een voltijdse betrekking en in een deeltijdse betrekking, onder voorbehoud van de toepassing van de maximumlonen bepaald in artikel 39 van de wet van 10 april 1971, de lonen omvat die zijn geïnd zowel in het kader van de deeltijdse betrekking als in het kader van de voltijdse betrekking in de loop van het jaar dat voorafging aan het ongeval ?

2. Steht Artikel 34 des Gesetzes vom 10. April 1971 in Übereinstimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass die Berechnungsgrundlage der Grundentlohnung des Opfers eines Arbeitsunfalls, das beweist, dass es am Datum des Unfalls sowohl einer Vollzeitbeschäftigung als auch einer Teilzeitbeschäftigung nachging, unter Vorbehalt der Anwendung der in Artikel 39 des Gesetzes vom 10. April 1971 erwähnten Entlohnungshöchstbeträge sowohl die erhaltenen Entlohnungen im Rahmen der Teilzeitbeschäftigung als auch diejenigen im Rahmen der Vollzeitbeschäftigung im Laufe des dem Unfall vorangehenden Jahres ...[+++]


terwijl de rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid niet kan worden ingesteld door de getroffene van een arbeidsongeval waarbij de werkgever de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk zwaarwichtig heeft overtreden en daardoor de werknemers aan het risico van arbeidsongevallen heeft blootgesteld, maar waarbij de ambtenaren die zijn aangewezen om toezicht te houden op de naleving van die wettelijke en reglementaire bepalingen de werkgever weliswaar schriftelijk hebben in gebreke gesteld, doch 1°) niet op de wijze zoals bepaald in artikel 46, § 1, 7°, Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 of 2°) op ...[+++]

während die Haftpflichtklage nicht vom Opfer eines Arbeitsunfalls eingereicht werden kann, bei dem der Arbeitgeber ernsthaft gegen die Gesetzes- und Verordnungsbestimmungen über das Wohlbefinden der Arbeitnehmer bei der Ausführung ihrer Arbeit verstoßen und Arbeitnehmer dem Risiko eines Arbeitsunfalls ausgesetzt hat, aber die für die Überwachung der Einhaltung dieser Gesetzes- und Verordnungsbestimmungen bestimmten Beamten den Arbeitgeber zwar schriftlich in Verzug gesetzt haben, jedoch (1) nicht auf die in Artikel 46 § 1 Nr. 7 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle vorgesehene Weise oder (2) auf die in Artikel 46 § 1 Nr. 7 des Gesetzes ...[+++]


« Schendt artikel 69 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, zoals het van kracht was vóór de wijziging ervan bij artikel 61 van de wet van 13 juli 2006, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemene rechtsbeginsel van de rechten van de verdediging en met het recht op een eerlijk proces, gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het de aanvrager die een in artikel 9 van het koninklijk besluit van 10 december 1987 bedoelde bijslag wegens verergering aanvraagt en de aanvrager die een van de andere in de wet van 10 april 1971 bedoelde vergoeding ...[+++]

« Verstösst Artikel 69 des Gesetzes vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle, in der vor seiner Abänderung durch Artikel 61 des Gesetzes vom 13. Juli 2006 geltenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, ggf. in Verbindung mit dem allgemeinen Rechtsgrundsatz der Rechte der Verteidigung und dem Recht auf ein faires Verfahren, gewährleistet durch Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er den Antragsteller, der einen in Artikel 9 des königlichen Erlasses vom 10. Dezember 1987 vorgesehenen Verschlimmerungszuschlag beantragt, und den Antragsteller, der eine der anderen im Gesetz vom 10. April 1971 vorgesehe ...[+++]




D'autres ont cherché : haags executieverdrag     april 1971     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'april 1971' ->

Date index: 2021-10-10
w