Vertaling van "april 1975 betreffende " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Overeenkomst van Madrid van 14 april 1891 betreffende de internationale inschrijving van merken | Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken
Madrider Abkommen über die internationale Registrierung von Fabrik- oder Handelsmarken | Madrider Abkommen über die internationale Registrierung von Marken | MMA [Abbr.]

Richtlijn 89/299/EEG van de Raad van 17 april 1989 betreffende het eigen vermogen van kredietinstellingen | richtlijn eigen vermogen
Eigenmittel-Richtlinie

Overeenkomst van Madrid van 14 april 1891 betreffende de internationale inschrijving van fabrieks-of handelsmerken(met latere herzieningen)
Madrider Abkommen vom 14.April 1891 betreffend die internationale Registrierung von Fabrik-oder Handelsmarken(mit späteren Revisionen)

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

1° aanvullende of afwijkende reglementen vaststellen ten opzichte van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, het Boek VIII, Titel III, hoofdstuk II, afdeling III van het Wetboek van vennootschappen en het koninklijk besluit nr. 62 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2004;
1. ergänzende oder abweichende Maßnahmen zum Gesetz vom 9. Juli 1975 über die Kontrolle der Versicherungsunternehmen, zum Gesetz vom 2. Januar 1991 über den Markt der Wertpapiere der Staatsschuld und die geldpolitischen Instrumente, zum Gesetz vom 22. März 1993 über den Status und die Kontrolle der Kreditinstitute, zum Gesetz vom 6. April 1995 über den Status und die Kontrolle von Investmentgesellschaften, zum Gesetz vom 2. August 2002 über die Aufsicht über den Finanzsektor und die Finanzdienstleistungen, zu Buch VIII Titel III Kapitel II Abschnitt II des Gesellschaftsgesetzbuches und zum königlichen Erlass Nr. 62 über die Hinterlegung von fungiblen Finanzinstrumenten und die Liquidation von Geschäften mit diesen Instrumenten, koordiniert durch den königlichen Erlass vom 27. Januar 2004, festlegen,

(56) Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen[12] √ Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen[13] ∏ bepaalt dat bijzondere bepalingen of bepalingen ter aanvulling van die van Richtlijn √ 2006/12/EG ∏ 75/442/EEG voor het beheer van bepaalde categorieën afvalstoffen in bijzondere richtlijnen kunnen worden vastgesteld.
(56) Die Richtlinie 75/442/EWG des Rates vom 15. Juli 1975 über Abfälle[12] √ Die Richtlinie 2006/12/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 5. April 2006 über Abfälle[13] ∏ sieht vor, dass zur Regelung der Bewirtschaftung bestimmter Abfallgruppen in Einzelrichtlinien besondere oder ergänzende Vorschriften zur Richtlinie Ö 2006/12/EG Õ 75/442/EWG erlassen werden können.

Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in zaak C-188/07 kan worden afgeleid dat schadevergoeding aan derden voor schade ten gevolge van afval voortvloeit uit het beginsel "de vervuiler betaalt" overeenkomstig Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen en Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade en een recht op schadevergoeding schept voor alle geleden schade, ook als deze niet geheel gedekt is en verder reikt dan de nationale bepalingen ter uitvoering van verdragen.
Angesichts des Urteils des Gerichtshofs der Europäischen Gemeinschaften in der Rechtssache C-188/07 ist wohl davon auszugehen, dass sich der Schadensersatz für Dritte wegen durch Abfälle verursachter Schäden nach dem Verursacherprinzip gemäß der Richtlinie 75/442/EWG des Rates vom 15. Juli 1975 über Abfälle und der Richtlinie 2004/35/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 21. April 2004 über Umwelthaftung zur Vermeidung und Sanierung von Umweltschäden richtet und dass er einen Anspruch auf Schadensersatz für sämtliche verursachten Schäden – einschließlich derjenigen Fälle, die nicht in vollem Umfang abgedeckt sind – umfasst und über die einzelstaatlichen Bestimmungen zur Umsetzung der Übereinkommen hinausgeht.

Schadevergoeding aan derden voor schade ten gevolge van afval, voortvloeiend uit het beginsel "de vervuiler betaalt" overeenkomstig Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen en Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade, schept een recht op schadevergoeding voor alle geleden schade, ook als deze niet geheel gedekt is en verder reikt dan de nationale bepalingen ter uitvoering van verdragen.
Der Schadensersatz für Dritte wegen durch Abfälle verursachter Schäden, der sich nach dem Verursacherprinzip gemäß der Richtlinie 75/442/EWG des Rates vom 15. Juli 1975 über Abfälle und der Richtlinie 2004/35/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 21. April 2004 über Umwelthaftung zur Vermeidung und Sanierung von Umweltschädenrichtet, umfasst einen Anspruch auf Schadensersatz für sämtliche verursachten Schäden – einschließlich derjenigen Fälle, die nicht in vollem Umfang abgedeckt sind – und geht über die einzelstaatlichen Bestimmungen zur Umsetzung der Übereinkommen hinaus.

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG √ 2006/12/EG ∏van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 1975 Ö 5 april 2006 Õ betreffende afvalstoffen[26] ingestelde comité.
(1) Die Kommission wird von dem durch Artikel 18 der Richtlinie 75/442/EWG Ö 2006/12/EG Õ des Europäischen Parlaments und des Rates vom 15. Juli 1975 Ö 5. April 2006 Õ über Abfälle[26] eingesetzten Ausschuss unterstützt.

Gelet op richtlijn 75/269/EEG van de Raad van 28 april 1975 betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van richtlijn 75/268/EEG (België), gewijzigd bij de beschikking 77/456/EEG van de Commissie van 27 juni 1977 tot wijziging van de grenzen van de probleemgebieden in de zin van richtlijn 75/268/EEG van de Raad van 28 april 1975 (België);
Aufgrund der Richtlinie 75/269/EWG des Rates vom 28. April 1975 betreffend das Gemeinschaftsverzeichnis der benachteiligten Gebiete im Sinne der Richtlinie 75/268/EWG (Belgien), abgeändert durch die Entscheidung 77/456/EWG der Kommission vom 27. Juni 1977 zur Abänderung der Grenzen der benachteiligten Gebiete im Sinne der Richtlinie 75/168/EWG des Rates vom 28. April 1975 (Belgien);

De specifieke voorschriften die nodig zijn om dit te bereiken, vormen een aanvulling op de bestaande communautaire wetgeving inzake afval, in het bijzonder Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen , Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afval en Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval .
Die dafür erforderlichen besonderen Vorschriften ergänzen die bestehenden gemeinschaftlichen Rechtsvorschriften im Bereich der Abfallbewirtschaftung, insbesondere die Richtlinie 75/442/EWG des Rates vom 15. Juli 1975 über Abfälle , die Richtlinie 1999/31/EG des Rates vom 26. April 1999 über Abfalldeponien und die Richtlinie 2000/76/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 4. Dezember 2000 über die Verbrennung von Abfällen .

Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 januari 1981 en 16 april 1991;
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 2. April 1975 über den Urlaub, der bestimmten Personalmitgliedern des Öffentlichen Dienstes gewährt wird, um bestimmte Leistungen zugunsten der durch die gesetzgebenden föderalen, gemeinschaftlichen oder regionalen Versammlungen anerkannten politischen Fraktionen oder zugunsten der Vorsitzenden einer dieser Fraktionen auszuüben, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 23. Januar 1981 und vom 16. April 1991;

(3) Overwegende dat de resolutie van de Raad van 14 april 1975 betreffende een eerste programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (4) en de resolutie van de Raad van 19 mei 1981 betreffende een tweede programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (5) voorzien in de vaststelling van gemeenschappelijke beginselen betreffende de prijsaanduiding;
(3) In der Entschließung des Rates vom 14. April 1975 betreffend ein erstes Programm der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft für eine Politik zum Schutz und zur Unterrichtung der Verbraucher (4) und in der Entschließung des Rates vom 19. Mai 1981 betreffend ein zweites Programm der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft für eine Politik zum Schutz und zur Unterrichtung der Verbraucher (5) ist die Ausarbeitung gemeinsamer Grundsätze für die Angabe der Preise vorgesehen.

(5) Overwegende dat in punt 3, onder d), van de bijlage bij de resolutie van de Raad van 14 april 1975 betreffende een eerste programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (5), het recht op voorlichting onder de fundamentele rechten van de consument is opgenomen; dat dit recht wordt bevestigd in de resolutie van de Raad van 19 mei 1981 betreffende een tweede programma van de Europese Economische Gemeenschap betreffende een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (6), in punt 40 van de bijlage, waarin met name de voorlichting van de consument ter sprake komt; dat vergelijkende reclame waarin wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken worden vergeleken en die niet misleidend is, een gewettigd middel kan zijn om de consumenten over hun voordelen voor te lichten;
(5) Nummer 3 Buchstabe d) des Anhangs der Entschließung des Rates vom 14. April 1975 betreffend ein erstes Programm der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft für eine Politik zum Schutz und zur Unterrichtung der Verbraucher (5) zählt das Recht auf Unterrichtung zu den fundamentalen Rechten des Verbrauchers. Dieses Recht wird in der Entschließung des Rates vom 19. Mai 1981 betreffend ein zweites Programm der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft für eine Politik zum Schutz und zur Unterrichtung der Verbraucher (6) bekräftigt, in dessen Anhang unter Nummer 40 ausdrücklich von der Unterrichtung der Verbraucher die Rede ist. Vergleichende Werbung kann, wenn sie wesentliche, relevante, nachprüfbare und typische Eigenschaften vergleicht und nicht irreführend ist, ein zulässiges Mittel zur Unterrichtung der Verbraucher über ihre Vorteile darstellen.