Met de aanneming van de wet van 13 april 1995 betreffende de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag, heeft de wetgever het principe willen invoeren dat beide ouders na de echtscheiding de verantwoordelijkheid voor hun kinderen blijven dragen, terwijl tot dan toe alleen de ouder die de materiële bewaring over het kind had, het ouderlijk gezag uitoefende in geval van scheiding (Parl. St., Kamer, 1994-1995, nr. 1430/4-93/94, p. 3).
Durch die Annahme des Gesetzes vom 13. April 1995 über die gemeinsame Ausübung der elterlichen Gewalt wollte der Gesetzgeber den Grundsatz der Aufrechterhaltung der elterlichen Verantwortung für beide Elternteile nach der Ehescheidung einführen, während bis dahin derjenige, dem die materielle Obhut über das Kind oblag, im Falle der Trennung die ausschliessliche elterliche Gewalt ausübte (Parl. Dok., Kammer, 1994-1995, Nr. 1430/4-93/94, S. 3).