2. De in artikel 21, lid 1, van deze verordening bedoelde programma’s voor onderzoek van lidstaten die uiterlijk op 30 april 2014 aan de Commissie zijn voorgelegd voor uitvoering in het jaar 2015, komen in aanmerking voor financiering door de Unie op grond van artikel 23, lid 6, van Richtlijn 2000/29/EG.
(2) Die in Artikel 21 Absatz 1 der vorliegenden Verordnung genannten Überwachungsprogramme der Mitgliedstaaten, die der Kommission spätestens bis zum 30. April 2014 vorgelegt werden und deren Durchführung für das Jahr 2015 vorgesehen ist, kommen gemäß Artikel 23 Absatz 6 der Richtlinie 2000/29/EG für eine Finanzhilfe der Union in Betracht.