De dienstanciënniteit bedoeld in artikel 5 wordt op 30 april van het jaar van de aanvraag berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 22septies , met uitzondering van 3°, waarbij de diensten gepresteerd in het kader van de afwijking bepaald in artikel 7, § 2, niet in aanmerking worden genomen.
Stichtag für die Berechnung des in Artikel 5 erwähnten Dienstalters ist der 30. April des Antragsjahres. Dies geschieht gemäss den Bestimmungen von Artikel 22septies, wobei die Dienste, die auf Grund der in Artikel 7 § 2 vorgesehenen Abweichung erbracht wurden, nicht berücksichtigt werden.