58. stelt voor de nationale arbeidsinspectiediensten nauwer te laten samenwerken om op Gemeenschapsniveau te komen tot de uitwisseling van optimale praktijken tussen deze diensten om zo bij te dragen tot het bevorderen van waardig werk; dringt er bij de lidstaten op aan de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor arbeidsinspectie meer middelen te verschaffen om hun taken te kunnen uitvoeren, teneinde te waarborgen dat hun nationale arbeidswetgevingen in de praktijk worden toegepast en niet omzeild;
58. empfiehlt eine stärkere Zusammenarbeit bei der Entwicklung des Austauschs bewährter Verfahren zwischen den nationalen Arbeitsaufsichtsämtern auf Gemeinschaftsebene, um zur Förderung menschenwürdiger Arbeit beizutragen; fordert die Mitgliedstaaten auf, die für die Arbeitsinspektion zuständigen Behörden mit umfassenderen Ressourcen zur Erfüllung ihrer Aufgaben auszustatten, um sicherzustellen, dass nationales Arbeitsrecht in der Praxis angewandt und nicht unterlaufen wird;