Wat de beëindiging van de arbeidsverhouding betreft, staat artikel 21 van de aangevochten wet de werkgever niet toe de arbeidsovereenkomst te verbreken om dringende reden, in tegenstelling met die mogelijkheid bedoeld in artikel 35 van de wet van 3 juli 1978; het specifieke karakter van de arbeidsverhouding en de beperkte duur van de opzeggingstermijn - waarnaar de Ministerraad verwijst kunnen redelijkerwijze dat verschil in behandeling niet verantwoorden, gelet op de aard van de in het geding zijnde schuld die de voortzetting van de arbeidsverhouding onmogelijk maakt.
In bezug auf die Beendigung des Arbeitsverhältnisses ermögliche Artikel 21 des angefochtenen Gesetzes es dem Arbeitgeber nicht, den Arbeitsvertrag aus schwerwiegenden Gründen zu beenden, dies im Gegensatz zu der in Artikel 35 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 vorgesehenen Möglichkeit; die spezifische Beschaffenheit des Arbeitsverhältnisses und die kurze Kündigungsfrist, auf die der Ministerrat verweise, könnten diesen Behandlungsunterschied nicht vernünftig rechtfertigen, da die Art des betreffenden Fehlers die Weiterführung des Arbeitsverhältnisses unmöglich mache.