Traduction de «arbeidstijd herinnert eraan » (Néerlandais → Allemand) :

66. wijst bovendien op de verklaring van de Raad die bij zijn standpunt is gevoegd, te weten „dat het belangrijk is nauwlettend toezicht te houden op de kredieten voor alle categorieën externe personeelsleden, in het licht van de aanvullende capaciteit die is ontstaan door de verlenging van de arbeidstijd”, en op de tegelijkertijd doorgevoerde verlagingen van in totaal 20,8 miljoen EUR van uitgaven ter ondersteuning van verschillende beleidsterreinen; is niet alleen van mening dat dit soort verlagingen risico's oplevert, zoals hierboven genoemd, maar ook onvoldoende is gemotiveerd; herinnert eraan dat overeenkomstig het IIA van 2 december 2013 de veronderstelde overbodige capaciteit reeds geneutraliseerd had moeten zijn door een inkrimping van het personeelsbestand met 5% gedurende vijf jaar; wijst er in dit verband op dat de Commissie reeds verder is gegaan dan ze had toegezegd door te korten op personeel van alle categorieën, gefinancierd uit rubriek 5 maar ook uit andere rubrieken;
66. nimmt ferner die dem Standpunkt des Rates beigefügte Erklärung, in der darauf hingewiesen wird, „wie wichtig es ist, die Mittel für alle Kategorien externer Bediensteter vor dem Hintergrund der durch die Anhebung der Wochenarbeitszeit [...] geschaffenen zusätzlichen Kapazitäten genau zu überwachen“, und die in die gleiche Richtung zielenden Kürzungen bei den Unterstützungsausgaben in verschiedenen Politikbereichen im Umfang von 20,8 Mio. EUR zur Kenntnis; hält Kürzungen dieser Art aus den bereits genannten Gründen nicht nur für gefährlich, sondern auch für schlecht begründet; erinnert daran, dass diese vermeintlichen zusätzlichen Kapazitäten gemäß der IIV vom 2. Dezember 2013 bereits durch den über fünf Jahre hinweg zu vollziehenden Personalabbau um 5 % aufgehoben wurden; stellt diesbezüglich fest, dass die Kommission über ihre Verpflichtungen hinausgeht, da sie Personal aller Kategorien abbaut, unabhängig davon, ob die Finanzierung aus Rubrik 5 oder aus anderen Rubriken erfolgt;

65. wijst bovendien op de verklaring van de Raad die bij zijn standpunt is gevoegd, te weten "dat het belangrijk is nauwlettend toezicht te houden op de kredieten voor alle categorieën externe personeelsleden, in het licht van de aanvullende capaciteit die is ontstaan door de verlenging van de arbeidstijd", en op de tegelijkertijd doorgevoerde verlagingen van in totaal 20,8 miljoen EUR van uitgaven ter ondersteuning van verschillende beleidsterreinen; is niet alleen van mening dat dit soort verlagingen risico's oplevert, zoals hierboven genoemd, maar ook onvoldoende is gemotiveerd; herinnert eraan dat overeenkomstig het IIA van 2 december 2013 de veronderstelde overbodige capaciteit reeds geneutraliseerd had moeten zijn door een inkrimping van het personeelsbestand met 5% gedurende vijf jaar; wijst er in dit verband op dat de Commissie reeds verder is gegaan dan ze had toegezegd door te korten op personeel van alle categorieën, gefinancierd uit rubriek 5 maar ook uit andere rubrieken;
65. nimmt ferner die dem Standpunkt des Rates beigefügte Erklärung, in der darauf hingewiesen wird, „wie wichtig es ist, die Mittel für alle Kategorien externer Bediensteter vor dem Hintergrund der durch die Anhebung der Wochenarbeitszeit [...] geschaffenen zusätzlichen Kapazitäten genau zu überwachen“, und die in die gleiche Richtung zielenden Kürzungen bei den Unterstützungsausgaben in verschiedenen Politikbereichen im Umfang von 20,8 Mio. EUR zur Kenntnis; hält Kürzungen dieser Art aus den bereits genannten Gründen nicht nur für gefährlich, sondern auch für schlecht begründet; erinnert daran, dass diese vermeintlichen zusätzlichen Kapazitäten gemäß der IIV vom 2. Dezember 2013 bereits durch den über fünf Jahre hinweg zu vollziehenden Personalabbau um 5 % aufgehoben wurden; stellt diesbezüglich fest, dass die Kommission ihre Verpflichtungen bereits mehr als erfüllt, da sie Personal aller Kategorien abbaut, unabhängig davon, ob die Finanzierung aus Rubrik 5 oder aus anderen Rubriken erfolgt;

herinnert eraan dat er ongelijkheden tussen vrouwen en mannen blijven bestaan, ondanks de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen; benadrukt dat de economische en financiële crisis moet worden beschouwd als een kans om nieuwe en vernieuwende voorstellen in te dienen op het gebied van arbeidsparticipatie, salarisniveaus, arbeidstijd en de bezetting van leidinggevende functies;
erinnert daran, dass die Ungleichheiten zwischen Frauen und Männern weiter fortbestehen, trotz der zunehmenden Beteiligung der Frauen am Arbeitsmarkt; betont, dass die Wirtschafts- und Finanzkrise als eine Gelegenheit gesehen werden muss, neue und innovative Vorschläge in punkto Beschäftigungsquote, Lohnniveau, Arbeitszeiten und Übernahme von Führungspositionen vorzulegen;

13. herinnert eraan dat er ongelijkheden tussen vrouwen en mannen blijven bestaan, ondanks de toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen; benadrukt dat de economische en financiële crisis moet worden beschouwd als een kans om nieuwe en vernieuwende voorstellen in te dienen op het gebied van arbeidsparticipatie, salarisniveaus, arbeidstijd en de bezetting van leidinggevende functies;
13. erinnert daran, dass die Ungleichheiten zwischen Frauen und Männern weiter fortbestehen, trotz der zunehmenden Beteiligung der Frauen am Arbeitsmarkt; betont, dass die Wirtschafts- und Finanzkrise als eine Gelegenheit gesehen werden muss, neue und innovative Vorschläge in punkto Beschäftigungsquote, Lohnniveau, Arbeitszeiten und Übernahme von Führungspositionen vorzulegen;

16. heeft er kritiek op dat in de aanbevelingen inzake de wijze van beperking van de werkeloosheid geen aandacht is geschonken aan verkorting van de gemiddelde arbeidstijd; herinnert eraan dat het stimuleren door middel van belastingvoordelen, zoals voorgesteld in de conclusies van de Raad, niet werkt als er in het geheel geen banen beschikbaar zijn;
16. kritisiert, dass die Kürzung der Durchschnittsarbeitszeit in den Empfehlungen zur Verringerung der Arbeitslosigkeit überhaupt nicht in Erwägung gezogen wurde; erinnert daran, dass es nicht gelingen wird, Menschen durch eine Reform der Steuervorteile dazu zu bewegen, sich um Arbeit zu bemühen, wie es in den Schlussfolgerungen des Rates vorgeschlagen wurde, wenn gar keine Arbeitsplätze vorhanden sind;